De oorsprong van het Bosco Theater

van 1909 tot 1959, bekend als Circus Bosco

Hoogtijdagen in de eerste vijftig jaar van het Bosco Theater, in het jaar 2007 verteld door Ger Felthuis (toen 93 jaar). Zij was getrouwd met Hans Ophof, zoon van Hannes, de oprichter van circus Bosco. Mevrouw Felthuis werkte jarenlang bij circus Bosco, samen met haar man.

Wat vooraf ging: Hannes Ophof werd in 1885 geboren in de Kamperpoort in Zwolle. Hij was een krachtpatser, een vrijbuiter, hij kwam op het idee als stuntman zijn brood te gaan verdienen. Fakir Bosco was geboren.

Wat Hannes inspireerde om de naam Bosco te gebruiken, weten we niet.
Het werd de familienaam van de circusfamilie die hij stichtte met zijn vrouw Kee. Als stuntman kwam Hannes in aanraking met een uitvinder uit Amerika. Die had een toestel ontworpen om voorop een auto (en later ook tram) te monteren. Het was het equivalent van de 'Koevanger' die we van de locomotieven kennen. Deze versie was bedoeld om argeloze voetgangers te 'scheppen' en zo te voorkomen dat ze onder de wielen van het voertuig kwamen.

In het begin van de twintigste eeuw waren de auto en de tram sterk in opkomst en de voetgangers waren tot dan toe slechts vertrouwd met koetsen en karren. Het toestel was een vrij ingewikkelde constructie die de argeloze voetganger opzij slingerde en zo de weg vrijmaakte voor de tram of auto.

Stuntman Hannes Ophof liet zich met hoge snelheid aanrijden door de demonstratie-auto en bleef dan lachend ongedeerd. Dit werkte niet altijd, Hannes liep regelmatig kneuzingen en botbreuken op. Wel verdiende hij 50 gulden per demonstratie, wat toen een vermogen was. Hij reisde met de uitvinder langs verschillende steden in Europa en zelfs in Amerika. Amsterdamse trams waren enige tijd uitgerust met het illustere toestel, maar een dodelijk ongeluk in de Spaarndammerstraat betekende het einde voor de twijfelachtige vinding. Uiteindelijk heeft Hannes zijn gevaarlijke beroep als stuntman verlaten en van het opgespaarde geld een kleine circustent gekocht!

We zijn nu in het jaar 1909, Circus Bosco was geboren. In de zomer ging het circusje per (trek)schuit op tournee. Hannes had inmiddels zijn liefde bekend aan Catharina Jacoba Cornelia Geitebeek uit Utrecht, later beter bekend als Tante Kee. Zij werd een vaste waarde voor het Circus Bosco. Zij trad niet op in de piste, maar verzorgde haar man en de andere artiesten. Zij kookte voor hen en was nog een halve eeuw de steun en toeverlaat van het gezelschap.

Hannes was inmiddels naar Amsterdam verhuisd, waar ook ‘s winters meer werk was voor een artiest. Hij vertoonde zijn acrobatische kunsten in ’t lokale variété, op bruiloften en partijen. De tent lag dan opgeslagen in de loods van Ben Felthuis, die een transportbedrijf runde op het Amsterdamse Prinseneiland. Daar kon de tent direct overgeladen worden op een schuit.

En ook de ezel Nora vond daar ‘s winters haar onderdak. Nora was evenals de Clown Cupido (Cees van Willigen) al vroeg in de geschiedenis van het Bosco circusje een vaste kracht. De 'ezel act' was het sluitnummer van de voorstelling. Zij liep trouw haar rondjes in de piste, wanneer Hannes in vol ornaat als circusdirecteur / spreekstalmeester, compleet met zijn onvermijdelijke witte handschoenen, iemand uit het publiek uitdaagde. Ophof nodigde het publiek uit te proberen de ezel te berijden of tot stilstand te brengen. Dit leidde tot veel vruchteloze pogingen. Een vaste 'handlanger' speelde tot slot het nummer in stijl uit. Hij belandde meerdere malen in ’t stof, en jawel: hij verloor daarbij ook zijn broek en waardigheid, tot groot vermaak van het publiek.

Ezel Nora moest ‘s winters ook verzorgd en gevoerd worden. Dit was de taak van Hans Ophof, zoon van Hannes en Kee. Hij belde dan bij ’t huis van de familie Felthuis aan voor de sleutel van de loods. Dochter Ger Felthuis zorgde dan dat zij de deur open deed. Zij had een oogje op Hans, die evenals zijn vader een goede acrobaat was. 's Zondags haalde Hans haar op en dan reed zij achterop de fiets mee voor een ritje door het Westerpark.

Jaren later presenteerden zij als "De BOSCO’S" een spectaculair acrobatisch fietsnummer. Daarbij hing Hans aan ’t stuur en voerde Ger een kopstand uit op de stang van een fiets, die geheel los op twee ronde platformpjes balanceerde, in de nok van de tent! Het kleine circus toerde jaar in jaar uit, langs de stadjes en steden van ’t land. Het genoot grote bekendheid en waardering alom.

Natuurlijk waren er ook wel eens magere jaren. Ger herinnert zich hoe er ook weleens honger was, dat tijdens een tournee artiesten ontslagen moesten worden, omdat het publiek wegbleef. Soms was ‘t moeilijk te begrijpen waarom de tent de ene keer gemakkelijk volstroomde en het succes de andere keer uitbleef. Ze weet nog hoe op een dag de eerste dubbeltjes die in de kassa werden betaald voor een kaartje, onmiddellijk hun weg vonden naar de dichtstbijzijnde bakker om wat te eten te hebben voor ze aan de voorstelling zouden beginnen.

Ook de oorlogsjaren waren moeilijk. Artiesten waren verdacht in de ogen van de bezetters. Overal waren speciale vergunningen (Zulassung) voor nodig. In 1942 trouwde Hans Ophof jr. met Ger Felthuis. Het laatste oorlogsjaar was het getrouwde stel zo fortuinlijk om in Limburg te bivakkeren. Zij traden al op voor de Amerikanen en de Engelsen, toen de noordelijke helft van ’t land nog door de hongerwinter werd bezocht. Toch was iedereen nog mager in die jaren.

Hans werkte enige tijd als acrobaat bij Circus Mullens (Boltini). De jaren ‘50 waren die van ’t grootste succes. Hannes had inmiddels de zeildoek tent vervangen door een houten kermistent die zonder ankers kon staan en de voorgevel werd beschilderd door [...invullen] van Circus [...invullen]. In 1949 vierde het gezelschap de veertigjarige bruiloft van Hannes en Kee in Schagen.

In 1955 viel het Bosco circusje de eer te beurt om deel te nemen aan de grote tentoonstelling “ENERGIE 55” in Rotterdam. Daar stonden ze 101 dagen opgebouwd en waren in goed gezelschap: er waren meerdere tenten waarin bekende Nederlandse artiesten uit die jaren optraden. Zoals het orkest van Peter Schilperoort, Malando, Mies Bouwman en zelfs internationale vedettes als Vera Lynn en Juliette Greco traden daar op.

Het kleine self-made circus van de familie “Bosco”, stal de harten van vele bezoekers. In de plaatselijke pers verschenen veel lovende artikelen over het wonderbaarlijke, complete en stijlvolle minicircus dat zich daar presenteerde. Na deze korte periode van bloei kwam helaas de teruggang. Hannes werd te oud om het circusje nog altijd strak te leiden. De tijden waren in hoog tempo aan het veranderen; ook de televisie deed zijn intrede.

Wat gold voor de spiegeltenten in België, gold op een andere manier ook voor het Bosco Theater: De mensen richtten hun ogen op de moderniteit. Wat de ene dag nog leuk was, was de volgende dag ineens oubollig geworden. Hans kreeg een baan op de Korte Nieuwendijk in Amsterdam, in een automatenhal. Het leverde een bescheiden, maar zekere boterham op en draaide in de winter net zo goed door als in de zomer.

De tent van het Circus Bosco werd begin zestiger jaren verkocht aan de mimespeler Wil Spoor. Hoewel de nieuwe eigenaar respect had voor de historie van de tent, hing hij een heel andere discipline aan, waarmee hij een ander publiek trok.

Dankzij Wil Spoor is de tent van Circus Bosco en ook de herinnering aan haar oorspronkelijke bespelers, bewaard gebleven!

Onderstaande tekst is een artikel van J. van Doveren uit het tijdschrift 'Revue', van 8 augustus 1959.

pdf icoon

Download het originele artikel in PDF!

Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description
Description